‘The Dukes of Hazzard van het Piushavengebied’
aanpak/methode 2010

Op een grijze donderdagmorgen in maart wandelen we met een groep studenten door het Piushavengebied en komen we in de Betuwestraat aan. Aan de linker zijde bevinden zich de voortuinen die al eerder zijn geanalyseerd. Aan de andere kant van de straat staat ook een rij huizen, ongeveer vergelijkbaar met de overkant. Er is alleen één groot oranje verschil: een oude, stilstaande “General Lee”.

 
De auto is zo opvallend omdat hij eigenlijk niet in het straatje past, maar meer in een showroom of in een film. Aan de andere kant past hij juist goed; hij is vervallen, wordt niet meer gebruikt en is dus net zo stil als het straatje. “Waarom valt deze auto me zo op?” vroeg ik mezelf dan ook af. Hij is zo oranje als Koninginnedag, houdt van coffeeshops, en is zo stil, verlaten, zo op. Het rare gevoel van medelijden speelt bij me op; “Hij had zo graag nog even willen glanzen in de zon, rijdend.”
De auto geeft onbewust allerlei tekens aan mij, hij verteld me een verhaal met die tekens. Op het eerste moment gebeurt dit redelijk onbewust, maar als ik beter probeer te ‘horen’ wat er ‘verteld’ wordt zie ik ook hoe en waarom dit gebeurt. Dit is precies wat ik hier zal doen: beschrijven wat ik zag en hoorde, en hoe dit zo gebeurde in mijn hoofd die middag.

Hij staat met zijn rug naar me toe. Het is een normale auto-achterkant op het eerste oog, wel knaloranje. Een tweede blik laat zien dat de auto een oud Nederlands nummerbord heeft, er staat “AE-30-39” en is donkerblauw met wit, een oldtimer dus. Hoe dichter ik bij de auto kom, hoe meer tekens duidelijk worden, hoe meer littekens ook. Het ijzeren logo laat een cirkel zien met een horizontale bliksemschicht erdoorheen, dit zegt me dat de auto een Opel is, een Opel Dodge verteld nader onderzoek. “Commodore 6 2500” staat er ook. Commodore zal zijn naam wel zijn, en de 6 staat voor het aantal cilinders. Ik heb geen verstand van auto’s dus dat “2500” zegt me letterlijk niks. De achterklep staat een stukje open, er zit mos op en er hangt een groen touwtje aan wat hem denk ik dichthoudt. Op de achterruit is een witte sticker geplakt met de tekst “I (hartje) coffeeshops”, het rode hartje is wat vervaagt.

Waarom deze sticker erop geplakt is weet ik niet. Ik denk dat de sticker erop geplakt zit omdat de eigenaar graag in de coffeeshop komt. De sticker zegt iets over de eigenaar, maar omdat hij op de auto geplakt is, lijkt het of de auto zelf graag naar een coffeeshop zou willen.
Het dak is van zwart zijl. Als ik langs de linker zijkant loop (aan de kant van de stoep) valt me het nummer “68” in een dik zwart lettertype met witte randen. ook het mos loopt over in de zijkant en ik zie dat het dak doorloopt, met het zwarte zijl. Het is een lage, lange auto met twee deuren. De bovenkant is ingevuld met raampjes, drie aan iedere zijkant. Op het achterste ruitje aan de kant van de stoep is een rode sticker geplakt, maar die is niet meer goed leesbaar.

Op de voorkant heeft hij twee ronde lampjes en de rede dat hij stilstaat wordt ook meteen duidelijk; het sleeptouw hangt er nog aan. Verderop in de straat staat een sleepwagen in bijpassend kleurenschema, knaloranje. De linkerkant is ongeveer gelijk aan de andere zijde, maar dan zonder sticker. Aan de binnenkant zie je dat de zwarte leren stoelen scheuren hebben, er komt gelig schuimrubber uit. Er ligt een hoop rommel en een rood verfrommeld T-shirt op de achterbank.
Deze dingen vallen op omdat ze verschillen met het beeld dat je van een auto hebt. Meestal rijdt een auto, wordt hij goed gewassen en opgeruimd, nu is dat anders.
Verder heeft de auto minder opvallende kenmerken, metalen velgen in de vorm van een vijfhoekige ster, kleine achteruitkijkspiegeltjes en een lange voorkant.
Ik vraag me af; waarom heeft de auto een oud nummerbord, wat is er gebeurt met de achterklep, en waarom wil de eigenaar zo graag laten zien dat hij van coffeeshops houdt? Waarom denk ik dat de eigenaar een hij is? En als deze auto zo belangrijk voor diegene is dat hij hier zo staat, waarom wordt hij dan niet opgeknapt?
De eigenaar is vast een Amerikaanse roker die met zijn favoriete auto tegen een paaltje tot stilstand gekomen is en te lui is hem naar de garage te brengen. Lui omdat er niks met de auto gedaan wordt en er ouwe rommel in ligt. De eigenaar denkt misschien dat de auto niet meer van groot belang is, maar dat is verkeerd gedacht. Hij is er om gezien, gehoord te worden door mij.

Een auto is net een huis, met 2 stoelen, een bank, planken, kastjes en vaak ook nog wel een prullenbakje. Dit huis is onbewoond, maar zonder twijfel flink bewoond geweest. Alles is afgeleefd, versleten en bemost. Het ziet er uit of hij ooit een wereldreis gemaakt heeft, toen doorgegeven is aan de zoon van de eerste eigenaar en nu aan zijn einde is daar aan de rand van de stoep. Er is nog de moeite genomen hem van Amerika naar de Betuwestraat te brengen maar daar is het gestopt. Minstens 30 jaar geleden.
Ik denk aan Amerika, 1968, Dukes of Hazzard. Het zou me niet verbazen dat de auto ook zo’n Dixie toeter heeft gehad. Ik denk dat het zeker de bedoeling van de eigenaar is geweest om de auto te doen lijken op de auto uit de serie.
Een auto is vaak ook een soort visitekaartje van de eigenaar, een spiegel van de mens zelf. Die wil er mee laten zien wat zijn/haar smaak is, ermee pronken. Het moet evenaren aan het zelfbeeld, aan de idealen van de eigenaar. Ik stel me zo voor dat de eigenaar er tegenwoordig nog steeds bij loopt in een spijkerbroek en geruit ‘seventies’ bloesje. Grote bril, lang haar en al rokend voor de TV.

Dingen krijgen een betekenis doordat ze ‘gehoord’ en gezien worden. Een straat is er niet zonder de kenmerken die er aan gegeven worden, zonder gezien en gebruikt te worden. Hetzelfde geldt voor deze auto, als ik hem niet gezien had had hij niet de betekenis gehad die hij nu heeft. De auto krijgt ook deze betekenis omdat hij hier staat en niet in een andere straat, showroom of bij de sloop. Dit straatje laat de auto nog meer rust en eenzaamheid uit stralen. En andersom geeft de auto het straatje een uitgeleefd imago. Wat ik van de eigenaar verwacht, komt ook door het straatje. Ik kan me namelijk niet voorstellen dat hier een nette dame met parelketting de duur uitstapt en naar haar knaloranje auto loopt.

Ik laat hem nu verder met rust.


 Lies Geven
01-04-2010

meer weten over semiotiek?


 
 Anne Walda
over de Casper Houbenstraat

 Ilse Klaassen
over de Hoogvensestraat

 Jill Hagen
over de Vendeliersstraat

 Karin van den Driesche
over de Piushaven

 Marieke Hopman
over de Van Hessen Kesselstraat