|
|
|
Oeverloos genieten in een veilige haven
een wandeling met Teun van Irsel & Nathan de Groot
Rondom de Piushaven
We schrijven 12 mei 2008. Op deze zonovergoten dag dient de Tilburgse Piushaven als toneel voor allerlei vormen van poëzie. Gedichten van Gerrit Achterberg, Lucebert en Ed Hoornik worden voorgedragen door studenten aan de Academie voor Drama. Ze worden afgewisseld met verrassende waterliedjes van Peer de Graaf en Michael Breukers. Voor wie het water droog over wil steken is er zelfs een heuse watertaxi in het leven geroepen. Het is even voor enen als we samenkomen in Café Burgemeester Jansen. Gespannen wachten we op de opening van een dag die met dit schitterende weer moeilijk in het water kan vallen.
Na een kort openingswoord van Alex van Zundert, die namens de organisatie de sponsoren bedankt, vindt de aftrap van vandaag plaats. Jace van de Ven, de voormalig stadsdichter, draagt zijn eigen werk voor. Centraal staat het thema water, dat tijdens zijn werk als brugwachter vanuit een huisje aan het Wilhelminakanaal werd bekeken. Zoals vooraf al enigszins verklapt was, vinden we de nodige symboliek terug in zijn verzen. Met deze waardige opening werd tevens het startsein gegeven om uit te waaieren. Het programma van de dag bood veel mogelijkheden om een eigen ontdekkingstocht te ondernemen.
Ook uw reporters besloten zo op hun eigen houtje het havengebied te verkennen. Vanuit het café vertrokken zij tegen de richting van de klok in en stuitten al snel op een Snoek. Nee, zij vonden geen vis op het droge, maar een gedicht van Paul Snoek. In Onder water bleek hoe mooi het leven onder het wateroppervlakte zou kunnen zijn. Vooral koningen zouden hier wel wat voor voelen, want het gedicht leert ons dat kronen er minder zwaar zijn.
In de hoek van de haven troffen we de mannen van de EHBO aan. Vanuit de schaduw sloegen zij de festiviteiten gade. Voorlopig hadden zij nog zeeën van tijd – geen blessure te bekennen – maar een gedicht voordragen bleek een brug te ver. Al snel kwamen we aan de overzijde terecht en lieten ons meevoeren met Vasalis. Luisterend naar Scheepje varen stonden we stil bij de schoonheid van tegenstellingen. Woorden die meer vertellen dan ze zeggen. Het inspireert, maar roept ook vragen op: ‘zijn niet alle mensen als oevers die slechts door een rivier gescheiden worden van elkaar?’
Scheepje varen
Aan beide oevers zit een vrouw:
de ene laat een scheepje gaan,
verheugd en fris, hoog op ’t water;
de andere pakt het peinzend aan,
zwart, scheef, een uitgebrande
krater
Soms kijken zij elkander aan,
dan moet een blinkend schip
vergaan,
halverwege.
De een weent, de andere lacht,
niet triomfantelijk, maar zacht,
bijna verlegen
Vasalis
uitgeverij Van Oorschot
Nieuwsgierig geworden liepen we verder. We kwamen voor het eerst in aanvaring met Hoornik. Op geheel eigen wijze en met de nodige bravoure werd Het Meer voorgedragen aan steeds wisselende groepen voorbijgangers. De keuze voor deze studenten uit Tilburg bleek goed uit te pakken. Mede door hun studie aan de Academie voor Drama waren ze in staat een extra dimensie aan de gedichten te geven. Deze poëzie wordt normaliter voor een select gezelschap van liefhebbers voorgedragen, maar werd hier letterlijk op straat gelegd. Dat zorgt voor de nodige spanning. De kleine toneelstukjes waren echter stukvoorstuk op maat gemaakt en origineel. De verschillende invalshoeken zorgden telkens weer voor andere belevenissen. De theatrale wijze van voordragen zorgde namelijk niet alleen voor verrassingen bij kenners, maar ook voor een ongekende toegankelijkheid voor de leek. Iedereen kon op deze dag van poëzie op zijn eigen manier.
Het Theater van de Verloren Tijd lieten we nog even links liggen, aangezien de voorstelling pas later die middag zou beginnen. We liepen eerst richting Peer de Graaf – een ware entertainer – die met Michael Breukers op accordeon, en de boeg van Het Vertouwen achter zich, zich gedroeg als een vis in het water, maar dan op de kade. Al improviserend wist hij een groeiend aantal mensen met verrassende waterliedjes te vermaken. Toevallige voorbijgangers met bloemen moesten eraan geloven: over hen werd ter plekke een lied gezongen. Ook het schip Het Vertrouwen bracht hen de nodige inspiratie. Het duo deed denken aan Neerlands Hoop, een cabaret duo bekend in de jaren zeventig dat bestond uit Freek de Jonge en Bram Vermeulen. Niet alleen het stemgeluid van Peer de Graaf, maar ook de zeer vermakelijke links geëngageerde teksten kwamen deze vergelijking alleen maar ten goede.
Na een halfuurtje zeer vermakelijk cabaret, zang en improvisatietheater, vervolgden wij onze weg langs het water. Struinend over de kade gingen we op zoek naar de volgende poëtische versnapering. Niet veel later stuitten we op een schitterend voorbeeld van interactie tussen theater en poëzie. Op het gras langs het water werden we opgewacht door een jongeman in badjas. Zijn natte lokken duidden op een recentelijk avontuur. Een douche, een duik? Weldra vroeg hij het publiek de ogen te sluiten. Alle aandacht op ons gehoor gevestigd, hoorden we hoe hij het gedicht Een zwemmer is een ruiter van Paul Snoek voordroeg.
Een zwemmer is een ruiter
Zwemmen is losbandig slapen in spartelend water,
is liefhebben met elke nog bruikbare porie,
is eindeloos vrij zijn en inwendig zegevieren.
En zwemmen is de eenzaamheid betasten met vingers,
is met armen en benen aloude geheimen vertellen
aan het altijd alles begrijpende water.
Ik moet bekennen dat ik gek ben van het water.
Want in het water adem ik water, in het water
word ik een schepper die zijn schepping omhelst,
en in het water kan men nooit geheel alleen zijn
en toch nog eenzaam blijven.
Zwemmen is een beetje bijna heilig zijn.
Bij de plons die als climax van het gedicht diende, waren we even bang dat de student de daad bij het woord gevoegd had en het ruime sop koos. Het bleek echter een trucje. De grijnzende jongeman stond nog altijd op het droge. Hij bedankte het publiek en liep even later triomfantelijk naar de waterkant om zijn kei weer uit het water te vissen. Illusie geslaagd.
Inmiddels dorstig van onze culturele wandeling kwamen we gelukkig net langs een waterproeverij. En, al zou je het niet zeggen, kraanwater smaakt inderdaad anders dan Spa en Spa weer anders dan Sourcy. Geen twee druppels water dus, maar hoe houd je ze uit elkaar? De dorst bemoeilijkte deze zaak. Toch zaten we er niet ver naast. Overigens vinden we Evian, Chaudfontaine en Perrier ook lekker.
Naast talloze activiteiten over liedjes, woorden en letters kon men zich ook beeldend van een creatieve kant laten zien. Vlakbij de brug die Ringbaan Oost over het water van de haven heen tilt, vinden we de kraam van Caroline Docters van Leeuwen waarbij aquarelleren centraal staat. Deze mogelijkheid willen wij absoluut niet aan ons voorbij laten gaan. Maar daar sta je dan, voor een schreeuwend wit vel. De instructie vertelt dat je de verf in drie lagen aan dient te brengen, maar dat hoor je nauwelijks. Je zou van een globale bladindeling naar wat fijnere lijnen moeten werken, om tot slot de puntjes op de I te kunnen zetten. De aanwijzingen vliegen het andere oor weer uit en bevlogen wordt er begonnen met een werk dat de gulden middenweg bewandelt tussen de verbeelding en de werkelijkheid. De creatie wordt nog voorzien van een horizontale lijn, die onontbeerlijk is voor succes als schilder, althans dat werd uw expressieve reporter ingefluisterd. Luttele minuten later valt er een pseudoabstracte voorstelling te zien waar menig omstander verbaasd naar omkijkt.
Oordeelt u zelf.
Nadat ondergetekenden hun dorst konden lessen bij de waterproeverij was het bij de Tilburgse kunstenares Miranda Poel tijd om een artistiek hapje te eten. Ze deed vandaag aan sneldichten en serveerde daarbij kleine gerechtjes die ze uit haar mobiele keuken tevoorschijn toverde. Voorbijgangers noemden een woord en Miranda deed de rest: er werd een passend gedicht bij geschreven én een klein culinair hoogstandje in de vorm van de eerste letter van het genoemde woord. Hierdoor kregen de voorbijgangers telkens een smakelijke omlijsting, wat leidde tot vele kinderlijk blij verbaasde gezichten bij haar publiek.
Naast dit kraampje waren ook nog andere organisaties vertegenwoordigd. Natuurlijk was het team achter huisboomfeest onder leiding van Wapke Feenstra goed vertegenwoordigd. Zij bemanden beurtelings de kraam op de bescheiden informatiemarkt. Daar troffen we ook Henk Kuiper, met afstand de beroemdste bioloog in Tilburg en omstreken. Hij liet ons zien wat voor een wondere wereld normaal gesproken aan ons oog onttrokken is. Met een enthousiasme vergelijkbaar met dat van Jan Wolkers wist hij over de kleine wonderen van de Piushaven grote verhalen te vertellen en ons het een en ander te demonstreren. Zo waren er kleine snoekjes, kikkervisjes en een veelheid aan andere waterbeestjes te zien. Uw reporters stonden er versteld van.
Na een actief begin van de dag, was het de hoogste tijd voor een korte lunchpauze. Het toeval wilde dat de watertaxi precies op dat moment aanlegde om koers te zetten naar de aanlegsteiger tegenover het café. Uw reporters bedachten zich niet en kozen voor deze avontuurlijke wending van de dag. Al snel bleek dat dit hen wel eens de kop zou kunnen kosten. De brug die de Piushaven auto's en fietsers laat passeren, ligt niet zo hoog boven het water, slechts zo’n 80 cm. Het was dus even twister zonder stippen, dekking zoeken en vooral niet het hoofd boven een denkbeeldig maaiveld uitsteken, dat kost je de kop of je bent een buil rijker. Gelukkig waren er jeugdige schippers aanwezig om ons ten allen tijde en ten overvloede (maar dat alles natuurlijk voor onze eigen veiligheid) op dit dreigende gevaar te wijzen. Als je jezelf in een boot bevindt wordt alles ineens zo heerlijk kalm. En genietend van het kabbelende water, de zachte zonnestralen en de rijkelijk bebloemde oever was het in een klap overduidelijk waarom poëzie en water zo goed samengaan. Galant dwingen ze tot reflectie en relativering van ons hectische bestaan.
Na een korte lunch vertrokken we naar het Theater van de Verloren Tijd; twee levende jukeboxen die elke poëtische wens (na 1880) in vervulling laten gaan. Niet alleen dichters, maar ook woorden of thema's waren genoeg om wat diamantjes uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis ten gehore te brengen. Werkelijk een prestatie van formaat. Waar normale stervelingen afhankelijk zijn van een boekenkast gevuld met dichtbundels of het internet, werd hier uit het blote hoofd het ene na het andere gedicht met bezieling ten gehore gebracht. Even onvermijdelijk als jammer is het dat dit ook als gelegenheid werd aangegrepen om Sjon en Dorith van Theater de Verloren Tijd te testen en de omgeving daarmee om te toveren tot een klaslokaal, door er een overhoring van te maken. En dan te bedenken dat deze dag aan uw reporters als een dag buiten de collegezaal was beloofd.
Na een prachtig gedicht van Piet Paaltjens, werden nog wat favoriete gedichten voorgedragen.
Nog steeds verbaasd door de poëziekennis die net ten toon was gespreid spoedden wij ons terug naar Café Burgemeester Jansen om daar de enigszins rumoerige afsluiting van deze zeer geslaagde eerste editie van poëzie rondomTwater mee te maken. Het bleef die dag nog lang onrustig in het café en daarmee werd het weer rustig rondomtwater.
Teun van Irsel & Nathan de Groot, mei 2008
|
|
|